Bij kinderen met CP zie je behalve een motorische aandoening vaak andere stoornissen. Die zijn neurologisch of van andere lichaamssystemen. De combinatie van bijkomende aandoeningen heet comorbiditeit.
Bijkomende aandoeningen kunnen zijn:
emotionele en gedragsproblemen
Epilepsie
Epilepsie komt regelmatig voor:
- 75% procent van de kinderen met een tetraparese
- 50% procent van de kinderen met een hemiparese
- 25% procent van de kinderen met een diplegie of dyskinetische CP.
De epileptische aanvallen kunnen variëren van momenten van staren tot heftig schokken van armen en benen. Bij 50% van de kinderen met CP is epilepsie met medicatie goed te reguleren.
Cognitieve functiestoornissen
Bij kinderen met CP is een verhoogde kans op verstandelijke beperkingen. Een derde tot de helft is matig tot ernstig verstandelijk beperkt. Epilepsie is hierbij een belangrijke factor.
De performale intelligentie, hoe je praktisch omgaat met je kennis, ligt over het algemeen lager dan de verbale intelligentie: het vermogen om taal te begrijpen, gebruiken en kennen.
Leerstoornissen, zoals stoornissen in het werkgeheugen, komen vaak voor.
Spraak-/taalstoornissen en communicatiestoornissen spelen een belangrijke rol, maar ook beperkingen in gezichtsuitdrukkingen en bewegingen.
Visusstoornis
Bij CP kan een gestoorde visuele verwerking ontstaan: de hersenen verwerken de visuele informatie niet goed. Er kunnen bijvoorbeeld problemen ontstaan met het herkennen. Ook kunnen oogstoornissen voorkomen, zoals bijziend- en verziendheid, niet volledig diepte waarnemen, “luie ogen”, scheelzien en onwillekeurige ritmische bewegingen van de oogbollen.
Gehoorstoornis
Een klein deel van de kinderen met CP heeft ernstige problemen met horen. Het is belangrijk dit vast te stellen, omdat dit een negatief effect kan hebben op de hechting en /of spraakontwikkeling. Meestal besteedt een medewerker van het het consultatiebureau hier aandacht aan. Ook een logopediste zal dit monitoren.
Voedingsproblemen
- Voedingsproblemen kunnen ontstaan door
- motorische zuig-, slik- en kauwstoornissen en problemen bij de coördinatie van de slikactie
- gastro-oesophageale reflux (periodiek terugvloeien van maagzuur in de slokdarm)
- aspiratie (voedsel dat in de de longen terechtkomt)
- obstipatie
- verstoord gedrag
Door voedingsproblemen kan een groeiachterstand of ondervoeding optreden.
Zie ook Eten en drinken (Dagelijks leven)
Emotionele en gedragsproblemen
Hersenschade is vaak de basis van verschillende emotionele en gedragsstoornissen.
Wat voor kan komen zijn:
- autistische stoornissen
- naar buiten gericht (externaliserend) gedrag (bijvoorbeeld ADHD of compulsiviteit)
- naar binnen gekeerd (internaliserend) gedrag (depressiviteit, teruggetrokkenheid).
Op wat latere leeftijd is er soms sprake van emotionele labiliteit, een negatief zelfbeeld en/of moeite met het accepteren van de CP en de gevolgen daarvan.
Dit kan een zware wissel trekken in de relatie tussen kind en ouder(s). Het is daarom belangrijk om al in een vroeg stadium aandacht te hebben voor een goede psychologische begeleiding.
Lees meer over dit onderwerp in onze uitgave Gedrag en emotie bij kinderen met CP.
Overgevoeligheid/Ongevoeligheid
De sensibiliteit van het voelen kan verstoord zijn. Dit kan zich uiten in
- overgevoeligheid, bijvoorbeeld voor geluiden, licht, soorten textiel, bewegingen, maar ook voor stemmingen, sfeer en dingen die er niet zijn.
- ongevoeligheid, bijvoorbeeld voor de tast.