Bij kinderen met CP komt reflux, ofwel gastro-oesofageale reflux-ziekte (GOR-ziekte), vaak voor. Iedereen kent wel het verschijnsel dat zuigelingen vaak spugen. Dat is normaal en verdwijnt binnen het eerste levensjaar. Er is sprake van refluxziekte als de reflux leidt tot huilen, onrust of pijn en onvoldoende groei van je kind.
De beschadiging van het slijmvlies van de slokdarm door de zure maaginhoud naar de keel kan leiden tot bloedarmoede en soms ook tot luchtweginfecties, doordat de omhooggekomen zure maaginhoud in de longen terecht kan komen. Het maagzuur beschadigt ook het tandglazuur waardoor risico’s ontstaan op gaatjes. Wanneer je kind een verstandelijke handicap heeft, is refluxziekte moeilijker te herkennen omdat je kind het niet goed kan aangeven, waardoor dat weer tot gedragsproblemen kan leiden.
Voedingsadviezen kunnen meehelpen de klachten van refluxziekte te verminderen. Voorbeelden die je in overleg met je diëtist kunt overwegen zijn:
- Verklein de portiegrootte van een maaltijd: geef je kind liever zes kleine maaltijden in plaats van drie hoofdmaaltijden.
- Geef je kind niet te vet eten, want vet eten blijft lang in de maag aanwezig. Melkvet van volle melkproducten vormt hierop een uitzondering, want die passeren de maag snel.
- Gekookte groente passeert de maag sneller dan rauwe groente.
- Vermijd koolzuurrijke dranken.
- Probeer obstipatie te voorkomen, want volle darmen kunnen extra druk op de maag geven.
- Vermijd zure voedingsmiddelen wanneer de slokdarm en de keel geïrriteerd en pijnlijk zijn door het braken.
- Is je kind jonger dan 18 maanden dan is de eerste stap het verdikken van de voeding. Hiervoor wordt johannesbroodpitmeel gebruikt. Geef geen verdikte voeding samen met zuurremmers.
- Klachten van refluxziekte kunnen verder verminderd worden met medicijnen, door rechtop te zitten tijdens de maaltijd (ook bij sondevoeding) en het hoofdeinde van het bed 25-30? omhoog te zetten.
- Bij het gebruik van sondevoeding en aanwezigheid van refluxziekte is het beter niet ‘s nachts te voeden.
LET OP: dit zijn algemene adviezen om een overzicht te geven van de mogelijkheden. Overleg met de behandelend arts/ (kinder)diëtist of dit van toepassing is op je kind.