Hemiparese is een spierzwakte in één helft van het lichaam, waarbij zowel arm als been zijn aangedaan. Hemiparese heeft zijn oorsprong in de hersenen. De parese wordt ook wel unilateraal genoemd (aan een kant). Er zijn ook andere, soortgelijke aandoeningen van de hersenen. Deze groep van aandoeningen wordt beschreven onder de verzamelnaam cerebrale parese (CP). Hemiparese uit zich in krachtsverlies of spierzwakte, vaak in combinatie met spasticiteit. (link naar pagina spasticiteit)
Wat zijn de oorzaken van hemiparese?
Bij mensen met CP, en dus ook met hemiparese, is de parese aangeboren: een hersenbeschadiging die voor, tijdens de geboorte of in het eerste levensjaar is ontstaan. De oorzaken van hemiparese kunnen zijn:
- Zuurstofgebrek tijdens de zwangerschap of rondom geboorte
- Vroeggeboorte
- Te laag geboortegewicht
- Waterhoofd
- Ontwikkelingsstoornis in de hersenen
- Hersenbloeding of herseninfarct
Wat zijn de symptomen van hemiparese?
Hemiparese betekent dat het kind aan één kant minder of nauwelijks kan bewegen. Met de arm en het been aan de verlamde kant, kan het kind vaak vrijwel niets. Daarbij zijn de verzwakte ledematen vaak spastisch: het kind krijgt onvoorspelbare spiertrekkingen. De ernst van de spasmes en hoe die er precies uitzien, verschilt sterk per kind. Afhankelijk van de plek van de hersenschade, ontstaan bijkomende symptomen, zoals:
- Epilepsie
- Problemen met spraak of een taalachterstand
- Leerproblemen
- Emotionele problemen
- Gedragsproblemen
- Verminderd gezichtsvermogen (Cerebrale Visusstoornis: CVI)
Hoe signaleer ik hemiparese?
Hemiparese is vaak al in het eerste levensjaar te herkennen, en vaak ook te signaleren door een arts. Bijvoorbeeld met een echoscopie, CT-scan of MRI. Kenmerken die wijzen op hemiparese, die in de eerste maanden na de geboorte al zichtbaar kunnen zijn:
- Het kind houdt één hand gesloten met de duim in het knuistje, terwijl de andere hand gewoon geopend wordt.
- Het gebruik van de linker- en rechter lichaamshelft kan erg van elkaar verschillen. Een verschil dat echt opvalt als het kind gaat omrollen of pogingen doet om te gaan tijgeren.
- Verschil in spanning tussen de twee helften van het lichaam: er kan sprake zijn van erg slappe of juist erg stramme spieren in een arm of een been van de baby.
Zie ook Diagnose.