Wanneer voedsel in de luchtpijp terecht komt in plaats van in de slokdarm, is er sprake van verslikken. Dit kun je bijvoorbeeld herkennen aan hoesten voor, tijdens of na het slikken. Maar soms kan een kind dit niet goed aangeven. Hoesten zorgt ervoor dat het voedsel weer uit de luchtpijp schiet, zodat het niet in de longen komt. Verslikken kan komen doordat de luchtweg niet goed afgesloten kan worden, maar het kan ook gebeuren als de tong niet (goed) kan bewegen.
Wanneer voeding of speeksel in de longen komt en je kind onvoldoende kracht heeft om het voedsel uit de longen te hoesten, is er sprake van aspiratie. Wanneer je kind dit dus niet aangeeft of niet kan aangeven door hoesten, wordt ook wel gesproken over stille aspiratie. Aspiratie kan gevaarlijk zijn. Wanneer voeding of speeksel in de longen komt is er namelijk een grotere kans op het ontwikkelen van een longontsteking. Het is daarom belangrijk dat de longen zo goed mogelijk beschermd worden, want luchtwegproblemen zijn helaas doodsoorzaak nummer 1 bij kinderen met CP.
Er zijn verschillende manieren van verslikken:
- Verslikken in eten en drinken
- Verslikken in speeksel. Dit komt vooral voor bij kinderen die achterover in de rolstoel liggen, verstoorde slikfuncties hebben en vaak al niets meer via de mond eten of drinken. Dit wordt ook wel posterior speekselverlies genoemd. Indien hier problemen mee zijn dan kan de arts je doorsturen naar een speekselcontroleteam (soms heet dat een slik/kwijl team of een droolingteam).
- Verslikken in braaksel (refluxmateriaal). ?De arts noemt dit ook wel retrograde aspiratie. In braaksel zitten veel zuren die slecht zijn voor de longen. Het is daarom belangrijk dat een mogelijke reflux goed wordt behandeld.