Skip to content

Onlangs las ik een artikel over Brigit en haar vriend Jense. Zij wilden gaan genieten van het Bevrijdingsfestival in Utrecht. Hij gaat lopend, zij in een rolstoel. Het stel werd daar voor de zoveelste keer ongevraagd geconfronteerd met allerlei persoonlijke vragen. Geen aardige, oprecht geïnteresseerde vragen, maar onbeschofte vragen en opmerkingen. Zij zijn echt niet de enige, het klinkt ook bekend in mijn oren.

Ze kijken naar mij of ik een attractie ben. Starende blikken, zelfs mensen die ergens over struikelen of ergens tegenaan lopen. Als zulke situaties gebeuren moet ik er soms wel om lachen, want dit heeft voor de mens waarbij dit gebeurd soms wel een pijnlijke afloop. Aan de andere kant is het wel dat als iemand iets aan heeft wat mij qua kledingstijl opvalt dan kijk ik ook. Kijken is dus menselijk, maar toch word ik er soms ontzettend moe van. Situaties bij mij; als ik in een restaurant binnen kom, voorbij rij op een fietspad, of de lift gebruik om uit de auto te komen. Natuurlijk valt mijn rolstoel op, Dat weet ik. Kwalijk nemen kan ik het ze ook niet, maar vervelend is het wel.
Stap gewoon op mij af en vraag oprecht wat ik heb, dat is toch fijner dan starende blikken. De onaangename opmerkingen/vragen zijn bij mij ook niet onopgemerkt gebleven:

“Zo met die rolstoel kun je snel, wil ik ook wel, dan hoef ik niet te lopen?”
“Ze zit wel in een rolstoel, maar de rest zou ze toch wel zelfstandig kunnen?”
“Kun je wel seks hebben?”
“Kun je wel kinderen krijgen?”

Martijn Klem (Directeur BOSK), ziet dat de naasten vaak net zo hard tegen dit soort situaties aanlopen als gehandicapten zelf. “Soms vind je het de moeite niet eens meer waard om te reageren op opmerkingen of vragen” zegt Martijn Klem, die zelf een zoontje heeft met een lichamelijke handicap.

“Je hoeft niet de hele wereld er voortdurend van te overtuigen hoe de vork in de steel zit. Bovendien stel je dit soort persoonlijke vragen ook niet aan iemand zonder een handicap. Het liefst zou je willen dat ze je zoon, vriendin of moeder net zo behandelen als ieder ander.”

Volgens Klem betekent dat niet dat je een gesprek met iemand met een handicap helemaal uit de weg moet gaan. “Je hoort ook wel eens moeders die tegen hun kinderen sissen dat ze niks mogen zeggen, maar dat hoeft natuurlijk ook niet. Begin een gesprek zoals je normaal ook een gesprek zou beginnen. Nieuwsgierigheid en oprechte vragen zijn prima, alles is beter dan aannames en vooroordelen.” Hier ben ik volledig mee eens!

Klik hier om het artikel te lezen.

Back To Top