Zindelijk worden en een zelfstandige toiletgang zijn voor de meeste kinderen met CP moeilijk of onhaalbaar. Op deze pagina besteden we aandacht aan:
Zindelijk worden
Obstipatie
Zelfstandige toiletgang
Luiergebruik
Zindelijk worden
Wanneer je wilt beginnen met zindelijkheidstraining, kun je van te voren nagaan of het mogelijk is voor je kind zindelijk te worden. Om zindelijk te kunnen worden, is het volgende belangrijk:
- Je kind moet begrijpen wat de bedoeling is. Dit kun je je kind aanleren. Neem je kind mee naar het toilet als je zelf naar het toilet moet. Besteedt hiernaast minder aandacht aan een natte, vieze luier, maar beloon een droge luier. Op deze wijze begrijpt je kind wat de bedoeling is.
- Je kind moet het verschil kunnen voelen tussen nat en droog, vies en schoon. Het kan zijn dat je kind dit verschil minder voelt, doordat het zijn eigen lichaam niet of anders voelt. Dit komt onder andere doordat het zichzelf minder kan aanraken en minder mogelijkheden heeft natte voorwerpen te voelen. Spelenderwijs kun je je kind materialen leren voelen, bijvoorbeeld door te spelen dat de pop gewassen moet worden of te spelen met klei.
- Je kind moet kenbaar kunnen maken dat het naar het toilet moet. Als je kind niet kan praten, zijn er alternatieven. Dit kan door te werken met een pictogram van het toilet. De pictogrammen hang je in het huis. Als je kind naar het toilet moet, kan het deze aanwijzen.
- Je kind moet beheersing hebben over de sluitspieren, zodat het de plas of ontlasting op kan houden. Deze spieren zijn bij een kind met CP vaak te slap (moeilijk om plas en ontlasting op te houden) of juist te gespannen (moeite om op commando de blaas en darmen te legen). Om te ontdekken hoe lang je kind droog blijft, kun je je kind een dag geen luier omdoen. Hiermee ontdek je de regelmaat waarop je je kind op het potje kunt zetten. Een ouder kind kan door middel van een plaswekker gewaarschuwd worden naar het toilet te gaan.
- Je kind moet ontspannen op het toilet kunnen zitten, zodat het op commando de blaas en/of darmen kan legen.
Obstipatie
Obstipatie, ofwel verstopping is een veelvoorkomend probleem bij kinderen met CP. Doordat je kind minder beweging krijgt, worden de darmen minder gestimuleerd.
Ieder kind heeft zijn eigen frequentie waarin het zijn ontlasting heeft. Hoe langer de ontlasting op zich laat wachten, hoe steviger de massa wordt, doordat er meer vocht aan onttrokken wordt.
Hierdoor kost het meer moeite om de ontlasting naar buiten te persen. Voor kinderen met CP is dit extra moeilijk doordat zij moeite hebben om de buikspieren aan te spannen. Normaal gesproken kan door de aanspanning van de buikspieren de ontlasting naar buiten geperst worden. Bij kinderen met CP gaat dit moeizaam of is dit onmogelijk.
Tips als je kind last heeft van obstipatie:
- Laat je kind de tijd nemen voor de ontlasting.
- Laat je kind de ontlasting niet ophouden.
- Laat je kind regelmatig in een statafel staan of in een loopwagen lopen. Hierdoor wordt de darmactiviteit gestimuleerd. Je zult merken dat je kind windjes gaat laten. Dit is een teken dat de darmen geprikkeld worden tot activiteit.
- Gebruik veel vezelrijke producten zoals bruin brood, fruit en groente.
- Vraag een diëtist een dieet samen te stellen met extra vezels en zemelen. Daarbij moet ze rekening houden met de kauw- en slikmogelijkheden van je kind.
- Zorg voor een regelmatig eetpatroon.
- Laat je kind op de nuchtere maag 1 of 2 glazen lauwwarm water drinken.
- Zorg dat je kind voldoende drinkt op een dag, minimaal 6 glazen.
Als de obstipatie aanhoudt, kunnen op advies van een arts medicijnen gebruikt worden. Eventueel kan er in samenspraak met de arts gekozen worden voor het manueel verwijderen van ontlasting. Het doel is het ontlasten van de darmen van afvalstoffen door middel van je vinger (met bescherming). Dit moet echter wel tot het minimum beperkt worden. Door het manueel verwijderen van de ontlasting zijn de anusspieren verminderd actief en nemen zij in kracht af. Hierdoor kan je kind afhankelijk worden van het manueel verwijderen van de ontlasting.
Zelfstandige toiletgang
Mogelijke problemen bij de toiletgang:
- De transfer naar het toilet gaat moeizaam of is onmogelijk.
- Het ontspannen op het toilet kunnen zitten wordt bemoeilijkt door de spasticiteit en slechte rompbalans.
- De broek kan niet zelfstandig omhoog en omlaag getrokken worden.
- Het hanteren van toiletpapier gaat moeizaam of is onmogelijk door een gebrekkige handfunctie.
- Het doortrekken van het toilet gaat moeizaam door de gebrekkige handfunctie of het ruimtegebrek.
Tips bij de toiletgang:
- Zorg dat de broek eenvoudig aan en uit te trekken is. Tips met betrekking tot het aan- en uitkleden vind je in het gedeelte aan- en uitkleden [link].
- Vereenvoudig de transfer naar het toilet door gebruik te maken van een opstapbankje, handgrepen en steunen aan de zijkanten. Hieraan kan je kind zich vasthouden en met behulp van deze middelen op het toilet komen. Ook kun je gebruik maken van een toilettrainer. Dit is een combinatie van een toiletbril met opstapje en twee handgrepen.
- Als je kind vanuit de rolstoel over moet schuiven op het toilet, heb je voldoende ruimte nodig rondom het toilet. Om het overschuiven eenvoudiger te maken, is het praktisch een “+10 pot” te hebben. Dit toilet is ongeveer 10 cm hoger dan een normaal toilet. Meer tips over de transfer vind je in het gedeelte overwippen [link naar…].
- Het ontspannen op het toilet zitten kun je op de volgende manieren vereenvoudigen:
- Spreid en buig de benen. Hierdoor zit je kind stabieler.
- Plaats een steun onder de voeten, voor een stabiele en ontspannen zithouding.
- Een potje met brede zijranden geeft je kind meer steun onder de bovenbenen. Het zitvlak van je kind wordt vergroot, waardoor je kind beter zijn evenwicht kan bewaren.
- Potje met extra steun in de rug en verhoging van voren, zodat de benen uit elkaar gehouden worden. Dit potje zorgt ervoor dat je kind ontspannen kan zitten.
- Een po-stoeltje is een kunststof stoeltje met een los potje erin. Dit stoeltje geeft steun in de rug en aan de zijkanten, waardoor je kind zich kan ontspannen.
- Een speciaal potje van Fisher Price staat op hoge pootjes en heeft armleuningen. Daarnaast maakt het potje een muziekje wanneer er iets geproduceerd is. Dit stimuleert je kind op het potje zijn behoefte te doen in plaats van in de luier.
- Een speciale toiletbril met verhoogde rugleuning en verhoging aan de voorkant. Het zitvlak wordt hierdoor breder, waardoor je kind meer steun krijgt. Dit bevordert de ontspanning. Eventueel kun je extra steun geven door een riem om de borst te doen.
- Neerklapbare beugel die voor je kind langs loopt, biedt steun tijdens het zitten op het toilet.
- Een pleeplank is een opklapbare plank van muur tot muur, die net boven het toilet hangt. In de plank is een gat uitgezaagd ter grote van de billen van je kind. Deze plank zorgt voor een stevig bankje dat niet kan verschuiven en veel steun geeft.
- Speciale toiletstoel wordt gebruikt als bovengenoemde hulpmiddelen onvoldoende werken. Deze toiletstoel wordt uitgezocht aan hand van de behoefte van je kind.
- Het hanteren van toiletpapier kan worden vereenvoudigd door het toiletpapier binnen handbereik te hangen. Ook kunnen toiletdoekjes uitkomst bieden. Hiervan zijn speciale soorten in de handel die eenvoudig zijn te pakken voor je kind. Als je kind geen gebruik kan maken van toiletpapier of toiletdoekjes, kun je een toiletbril aanschaffen die de billen schoon spoelt. Deze zijn erg prijzig. Deze kunnen echter worden vergoed door de WMO.
- Het doorspoelen van het toilet kan worden vereenvoudigd door grote drukknoppen. Deze zijn echter in een rolstoel niet of nauwelijks te bereiken. Ook is de ouderwetse hoog opgehangen stortbak met trekker eenvoudig te gebruiken. De trekker kan eventueel langer gemaakt worden en het handvat kan aangepast worden. Kan je kind de trekker niet bereiken door het ruimtegebrek, verplaats de trekker met behulp van katrollen.
- De toiletgang ‘s nachts kan worden vereenvoudigd door gebruik te maken van een urinaal en vrouwenfles. Hierdoor hoeft je kind niet zijn bed uit.
Luiergebruik
Als je kind niet zindelijk kan worden, zul je luiers moeten blijven gebruiken. Tot de leeftijd van drie jaar kun je gewone luiers blijven gebruiken. Hierna kan je kind grotere luiers via de apotheek gebruiken. De luiers kunnen worden vergoed. Dit kun je navragen bij je ziektekostenverzekeraar.
Het is mogelijk, als je kind drie jaar geweest is, een tegemoetkoming te krijgen voor de extra kosten die je maakt voor het wassen. De kleren en het beddengoed slijten hierdoor eerder en je hebt extra kleding en beddengoed nodig. Je kunt een Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende Gehandicapte kinderen (TOG-regeling)aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank.