Elke ouder reageert weer anders als na de geboorte blijkt dat je kind een meervoudige beperkingen heeft, of als er op latere leeftijd iets gebeurt waardoor je kind meervoudig beperkt raakt. Toch verloopt het verwerkingsproces vaak in grote lijnen hetzelfde.
Het begin: er komen enorm veel emoties los
Krijg je een kind met een zichtbare handicap? Dan is dat voor jou als ouder een schok. Hetzelfde geldt als je pas na een tijdje ontdekt dat er iets niet klopt bij je kind. Of als er op latere leeftijd iets gebeurt waardoor je kind meervoudig beperkt wordt. Wat de situatie ook is: je wordt overspoeld door enorm veel emoties. Teleurstelling, verwarring, verdriet, boosheid, woede, schuldgevoelens, vertedering: het komt allemaal voorbij in die beginfase. Het is heel normaal om je zo te voelen.
Na die eerste fase begint de verwerking
Leren omgaan met het feit dat je kind gehandicapt is, gaat bij veel ouders hetzelfde.
- Na de eerste schok ben je boos en ontken je de situatie. Je denkt: ‘Ik kan het maar niet geloven, het zal wel meevallen’. Of: ‘Ik kan me er niet bij neerleggen.’ Dit soort gedachtes is heel normaal.
- Daarna volgt een fase waarin je je aanpast. Langzaam maar zeker leer je steeds beter omgaan met de nieuwe situatie. Met je gevoelens kom je in rustiger vaarwater terecht.
- Ten slotte volgt de fase waarin je de situatie een plek geeft, hoe moeilijk dat misschien ook is. Je erkent je kind met zijn handicap. En je stemt je verwachtingen en je mogelijkheden af op je kind.
De fases lopen vaak door elkaar heen
Natuurlijk verloopt het verwerkingsproces niet precies volgens bovengenoemde fases. In elke fase kun je opnieuw overspoeld worden door intense emoties. Ook als je de situatie hebt geaccepteerd en met de beperking van je kind hebt leren omgaan.
Je verwachtingen stel je vaak voortdurend bij
Sommige kinderen gaan verder achteruit, zowel lichamelijk als verstandelijk. Als ouder moet je je verwachtingen daardoor vaak bijstellen. Ook dat kan weer allerlei emoties oproepen.
Iedereen maakt zijn eigen verwerkingsproces door
Vaak heb je veel steun van je partner. Samen kun je gevoelens en zorgen om de handicap van je kind delen. Maar partners zitten niet altijd op dezelfde golflengte. Vinden jij en je partner het lastig om elkaar goed te steunen? In dat geval kun je misschien terecht bij familie en vrienden. Ook kan het helpen om contact te zoeken met andere ouders, bijvoorbeeld via sociale media of via Parent2parent.